Nieuw nummer van tijdschrift Directieve therapie: transparantie en gepast gebruik

In de zorg wordt steeds dringender gevraagd om transparantie in het vaststellen van wat bepaalde behandelingen de patiënten precies opleveren. Daarnaast dient er steeds meer gepast gebruikgemaakt te worden van wat en hoeveel de patiënten aan behandeling wordt geboden. Transparant zijn over wat gepast is aan behandeling is al lang, en typisch, een thema voor directief therapeuten. Dat mag ook weer blijken uit de bijdragen van dit nieuwe nummer van Directieve therapie.
MBCT bij patiënten met therapieresistente angststoornissen of hypochondrie
Dit nummer opent met een artikel van Anja Greeven en Arnold van Emmerik over een ongecontroleerd onderzoek naar Mindfulness Based Cognitive Therapy (MBCT) bij patiënten met therapieresistente angststoornissen of hypochondrie. De auteurs laten zien dat er weliswaar statistisch significante verbeteringen te vermelden zijn, maar dat deze positieve veranderingen in het algemeen bescheiden van omvang zijn. Met name de mate waarin patiënten met een obsessieve-compulsieve stoornis niet profiteren van MBCT is opvallend. Dit resultaat suggereert dat OCS-patiënten, meer dan patiënten met andere stoornissen, vooral gebaat zijn bij meer gedragsmatige interventies dan bij een meer ervarings- en cognitief georiënteerde interventie als MBCT.
Gratis artikel: Beterweters – Van lastige naar optimale interacties in de (g)gz
Het gratis artikel is van de hand van Fredrike Bannink en René den Haan en is getiteld ‘Beterweters: Van lastige naar optimale interacties in de (g)gz’. Bannink en den Haan stellen dat ‘lastige’ patiënten niet bestaan. Lastige interacties wel, en daar kun je iets aan doen. Door de focus te richten op het aandeel van de behandelaar in mislukte en in geslaagde behandelingen, wordt de lezer een spiegel voorgehouden. Specifieke aandacht is er voor interacties bij onvrijwillige patiënten, dwang en drang, voortslepende behandelingen, onverklaarde lichamelijke klachten, crisissituaties en suïcidaal gedrag. Dit artikel betreft een bewerking van het eerste hoofdstuk uit het zeer recent verschenen boek Beterweters – Van lastige naar optimale interacties in de (g)gz van deze auteurs. Niet-abonnees lezen dit artikel gratis >>
Denkers en doeners in de klinische psychologie: Why the twain must meet
In zijn artikel ‘Denkers en doeners in de klinische psychologie: Why the twain must meet’ bepleit Kees Korrelboom het verkleinen van de kloof tussen klinisch psychologisch wetenschappelijk onderzoek en de klinisch psychologische behandelpraktijk. Academisch onderzoek is op meerdere gebieden noodzakelijk om de kwaliteit van de behandelpraktijk verder te verbeteren. Maar het mag niet van één kant komen. De klinische doeners moeten zich openstellen voor academische bevindingen en daarnaast moeten zij de academie voeden met de vragen en problemen waar zij in het dagelijks werk tegenaan lopen. Daarmee wordt ook de relevantie van het academisch onderzoek voor de praktijk verhoogd. In die samenwerking is nog wel een weg te gaan, zo stelt Korrelboom.
Verder lezen?
Wilt u het hele nummer van Dth lezen? Met een abonnement ontvangt u het papieren tijdschrift vier keer per jaar en hebt u bovendien permanent toegang tot het digitale archief. U kunt dit nummer ook los bestellen. Lees meer over de abonnementen >>