De arts-hoogleraar Schroeder van der Kolk stond aan de basis van de psychiatrie in Nederland. Deze biografie van een hervormer werpt een nieuw licht op de geschiedenis van de geestelijke gezondheidszorg. Mede dankzij de Utrechtse hoogleraar geneeskunde J.L.C. Schroeder van der Kolk (1797-1862) kreeg de psychiatrie in de negentiende eeuw vorm als nieuwe sociale en wetenschappelijke institutie. Het geijkte beeld is dat de Nederlandse psychiatrie, net als andere wetenschappen, achterbleef bij de grote hervormingsbewegingen in Europa.
Gangbare beeld psychiatrie ontmanteld
Dit boek weergeeft de studie van Vijselaar en Bolt die aantoont dat het gangbare beeld van stilstand en stagnatie van de toenmalige Nederlandse psychiatrie niet klopt. Dit beeld ontmantelen ze voornamelijk met het verhaal van Schroeder van der Kolk. Hij praktiseerde als arts in Amsterdam, was hoogleraar anatomie en fysiologie in Utrecht en regent van het dolhuis, overheidsadviseur en -inspecteur op het gebied van de geestelijke gezondheidszorg en daarnaast internationaal vermaard wetenschapper. Dit boek over Schroeder van der Kolk laat zien dat nieuwe ideeën over de zorg voor krankzinnigen en moderne Franse opvattingen over de geneeskunde hier in Nederland juist al vroeg ingang vonden.
Ter ere van het 550-jarig bestaan van het Willem Arentsz Huis
Deze studie met uitgebreide literatuurverwijzingen werd geschreven rond het 550-jarig bestaan van het Willem Arntsz Huis (Utrecht), waarvan Schroeder waarschijnlijk wel de belangrijkste regent ooit is geweest.