COTAPP Betrouwbare normen ontwikkelen voor een neuropsychologische test

Goed genormeerde cognitieve tests zijn zeldzaam
Neuropsychologisch onderzoek naar cognitief functioneren bij kinderen levert al jaren waardevolle inzichten op over de verbanden tussen schoolse vaardigheden, ontwikkelingsstoornissen en gedragsproblemen. Hoewel er al verschillende tests bestonden om cognitieve vaardigheden te meten, schoten die tests op cruciale punten tekort. Dat zit ‘m vooral in de normering. Bestaande cognitieve tests hebben vaak verouderde, niet-Nederlandse normen, gebaseerd op kleine normgroepen. Bij de ontwikkeling van de COTAPP was een solide normering dan ook een prioriteit.
Grote en representatieve normgroep
Een goede normgroep is zowel van voldoende omvang en representatief voor de bedoelde groep. Met de COTAPP kunnen alle kinderen van 6 tot en met 12 jaar worden getest. Dat betekende voor de onderzoekers dat ze een brede normgroep moesten samenstellen. Maar wanneer is een normgroep groot genoeg? Het type normering bleek hierin leidend te zijn.
Continue normering
Bij de COTAPP is gekozen voor een continue normering. Continue normering is gebaseerd op regressieanalyse, waarbij de verdeling van de ruwe scores wordt geschat als functie van leeftijd en - indien relevant - van geslacht. Er zijn geen aparte leeftijds- of geslachtsgroepen (zoals in traditionele normering) waardoor wordt voorkomen dat er rare sprongen optreden in genormeerde scores wanneer een kind net in de vorige of de volgende normeringsgroep valt. Continue normering is bovendien efficiënt, omdat de gegevens van meerdere leeftijdsgroepen en van jongens en meisjes tegelijk gebruikt worden. Hierdoor is een kleiner aantal deelnemers per normeringssubgroep nodig. Een subgroep van meer dan 70 is voldoende bij tests met een continue normering.
Een mooie verdeling
Het tweede criterium voor een goede normgroep was representativiteit. Een steekproef is representatief als de samenstelling ervan op een aantal variabelen overeenkomt met die van de betreffende populatie. Om de samenstelling van de populatie zo goed mogelijk te benaderen gebruikten de COTAPP-onderzoekers data van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) over leeftijd, geslacht, etniciteit, opleidingsniveau van ouders en regio en stedelijkheid.
Geen verschil tussen jongens en meisjes
Vervolgens voerden de onderzoekers extra statistische analyses op de eigen verzamelde data uit om de verdeling te controleren. Daar kwamen soms interessante inzichten uit. Zo bleken jongens en meisjes niet significant verschillend te presteren op de COTAPP en was het niet nodig om aparte normgroepen op te stellen. Vanwege de samenhang tussen scores op intelligentietests en neuropsychologische/cognitieve tests werd bij de normgroep ook een verkorte WISC-III-NL afgenomen. Het gemiddelde intelligentieniveau bleek 100 met een standaarddeviatie van 15, een zeer nauwkeurige weergave van de IQ-scores in de algemene bevolking.
Betrouwbare normen voor alle kinderen
Met een normgroep van 1032 kinderen en een zeer representatieve verdeling heeft de COTAPP een betrouwbare continue normering, die ook voor de kinderen aan de uiteinden van de normgroep betekenisvolle scores oplevert. En wel zo fijn: de testresultaten zijn met een druk op de knop te genereren. Geen gedoe met handmatige berekeningen, en je kunt als testafnemer meteen aan de slag met interpretatie en advies.
Nieuwsgierig naar de COTAPP? Bekijk alle voordelen op cotapp.nl of bestel de COTAPP Handleiding.