Boeken over kortdurende therapie
Kom maar op, ik ben top!
No prob, ik kom voor mezelf op!
Is 'Kortdurend behandelen' het toverwoord voor huisarts en POH-GGZ?
Sinds 1 januari 2014 vervullen huisarts en praktijkondersteuner (POH-GGZ) een sleutelrol in de ggz. In principe horen ze iedereen met psychische klachten in behandeling te nemen, met uitzondering van patiënten die een ernstig risico vormen of een hoge graad van complexiteit vertonen.
Gespecialiseerde ggz en de generalistische basis-ggz
Bij ernstige complexe problematiek komt de gespecialiseerde ggz (SGGZ) in beeld. En tussen de huisartspraktijk en de SGGZ bevindt zich de generalistische basis-ggz (GB-GGZ). Dit zijn vaak ggz-instellingen of vrijgevestigde praktijken die zich richten op patiënten met klachten die vallen binnen het DSM-5-classificatiesysteem, maar waarbij risico en complexiteit beperkt zijn. Voor huisarts, POH-GGZ en de GB-GGZ is kortdurend behandelen het toverwoord. Hoe staat het ervoor, drie jaar na de invoering van het nieuwe systeem? We maken de voorlopige balans op. Waar gaat kortdurend behandelen in de ggz: heen?
In meer dan tachtig procent van de huisartspraktijken is inmiddels een POH-GGZ werkzaam. Over het algemeen lijken de POH’s GGZ het goed te doen, en is er soms zelfs al sprake van wachttijden. Daar staat tegenover dat sommige regionale ggz-instellingen – die vaak ruim hebben geïnvesteerd in de ontwikkeling van GB-GGZ-aanbod – financieel in de problemen komen omdat de instroom stagneert, mogelijk als gevolg van het succes van de POH-GGZ.
Behandelmethodieken aanpassen of nieuwe ontwikkelen voor kortdurende trajecten?
Wat de inhoud van het werk betreft is er nog veel onduidelijk. Het zoeken naar de juiste aanpak en attitude is nog in volle gang. Er lijken zich twee sporen af te tekenen. Enerzijds blijven bestaande, op DSM-5-classificaties gebaseerde behandelprotocollen de basis voor behandelingen. Omdat deze protocollen veel te veel sessies omvatten voor de POH of GB GGZ (namelijk 14 tot 20) worden deze linksom of rechtsom ingekort. Anderzijds worden ook nieuwe kortdurende modellen ontwikkeld die specifiek zijn toegesneden op de praktijk van de POH en de GB GGZ. Deels zijn deze modellen gebaseerd op traditionele concepten, zoals verkorte vormen van psychodynamische therapie. Hierin zie je het categoriaal stoornisdenken (DSM-5) terug. Een voorbeeld van een alternatief concept als basis voor behandelen is het stress-kwetsbaarheids-concept. Het KOP-model (Rijnders & Heene, 2015) is hiervan in Nederland de meest toegepaste uitwerking.

Na zijn studies Psychoanalytische Psychotherapie, Gedragstherapie en Systeem-theoretische Psychotherapie ging Paul Rijnders in 1976 aan de slag als psycholoog in dienst van de Stichting Capelse Huisartsen in Capelle aan den IJssel. Via de imp in Rotterdam en het Riagg Rotterdam Zuid werd hij in 1991 directeur behandelzaken bij het Riagg Zeeland. Uit de fusie met het psychiatrisch ziekenhuis Zeeland ontstond in 1996 Emergis waar hij van 1996-2013 directeur volwassenenzorg was.